Geschiedenis

Door de jaren heen heeft het koor een respectabel repertoire opgebouwd. Zo werden memorabele concerten gegeven met cantates en motetten van Monteverdi, Schutz en Bach, “Jephte” van Carissimi, de “Totentanz” van Distler, de “Via Crucis” van Liszt. Ook kleinere stukken werden uitgevoerd zoals werken van Brahms, Bruckner en een aantal Hongaarse componisten.

Ook Nederlandse componisten kregen aandacht: Diepenbrock, Ton de Leeuw, Herman Strategier, Hendrik Andriessen, Joep Straesser en, dicht bij huis, Hans Dillo en Wim Brandse. De laatste jaren zijn concerten gegeven met Australisch repertoire in mei 2000, een Bachconcert in november van dat jaar.

De jubileumconcerten waren grotere producties die veel indruk maakten. In 1989 werd de opera “Dido and Aeneas” van Henry Purcell (concertant) in Zwolle en Apeldoorn uitgevoerd. In 1994 bracht het koor de grote kerstcantate “A boy was born” van Benjamin Britten ten gehore in Zwolle en Zutphen. Aansluitend op de reunie van leden en oud-leden ter gelegenheid van het 40 jarig bestaan van het koor in 1999 vond in oktober een concert plaats waarin Jacques Reuland, voormalig dirigent, nog eenmaal de dirigeerstok ter hand nam. Het “In memoriam patris et matris”, een compositie die hij speciaal voor het koor en de Zwolse sopraan Bep Pierik schreef, werd toen onder zijn leiding uitgevoerd. In december 1999 werd het 40 jarig jubileum op feestelijke wijze gevierd met een bruisend concert in de Broerenkerk te Zwolle waarin vrolijke en serieuze liederen van Brahms, Haydn, Schubert en Schumann elkaar afwisselden. De pianist Matthijs Verschoor begeleidde het geheel en trad als solist op.

Onder de huidige dirigent zingt het koor zelden uitgevoerde, veelal eigentijdse werken. Het streven is gericht op het uitvoeren van nieuw en origineel repertoire. Het koor treedt veelal a capella op, maar wordt soms ook instrumentaal begeleid, bijvoorbeeld door pianiste Paula Hopster, organist Toon Hagen, of van instrumentale ensembles. Kort en goed: een veelzijdig en gevarieerd programma is het streven.

In februari 2001 kreeg het koor, door het winnen van een korenwedstrijd, een avondvullend concert aangeboden in “Stemmen aan de Blijmarkt” waar o.a. een deel van het Australisch repertoire te horen was. Ook bij de Zwolse Hanzedagen in mei 2001 gaf het koor acte de présence. Het geplande concert in juni 2001 ging uiteindelijk niet door vanwege een concertreis naar Brno in Tsjechie. Daar zong het een koor een programma van alleen Nederlandse componisten, waaronder Henk Badings en Ton de Leeuw. Het concert in december 2001 met als motto “Joy & Devotion” bestond geheel uit Engelse kerkmuziek, met composities van o.a. Peter Philips, Wesley en Benjamin Britten. Solist en begeleider van dit concert was de organist Toon Hagen.

In het concert van mei 2002 fungeerde de Missa Brevis van Henk Badings als rode draad en werd deze gelardeerd door allerlei andere stukken van Nederlandse bodem. Hoogtepunt was de uitvoering van Jacques Reulands ‘Praestant aeterna caducis’ (het eeuwige gaat boven het vergankelijke), een recente compositie uit 2001, voor tenor, koor en orgel. Dit alles onder het toeziend oog van de componist Reuland zelf. De tenorpartij werd daarbij vertolkt door de Belg Robert Luts.

In november 2002 stond het gehele programma in het teken van franse componisten, waaronder zelden of nooit gehoorde als Florent Schmitt en Joseph Guy Ropartz. De prachtige zomer van 2003 was het moment voor latijns-amerikaanse muziek van o.a. Heitor Villa Lobos, Lacerda, Plaza en Sojo met de verrassende ritmes van dansen als Bossanova, Samba en de Dobrado onder de titel Minha Saudade.

De onderlinge samenhang en contrasten in de muziek van Byrd en Bruckner werden belicht in het programma Polyfonie, Wierook & Vakmanschap in het najaar van 2003 door de vierstemmige mis van Byrd te larderen met werken van Bruckner..

De “Zonden”van de oude dag zoals Rossini zijn werken uit de laatste fase van zijn leven omschreef, vormden het thema voor het programma van de zomer van 2004. Prachtige, subtiele muzikale hoogstandjes niet in groteske werken maar in muzikale miniatuurtjes. De pianist Steven Faber speelde op een speciaal uit Amsterdam overgebrachte pianoforte uit de 18e eeuw enkele pianosolowerken.

In het voorjaar van 2005 heeft het koor gezongen en geacteerd in de opera “Orfeo” van Gluck in het kader van het eerste Nationale Kameroperafestival.

Het concert in maart 2006 onder de titel “Storm” bestond uit deels onbekende werken van bekende componisten, Haydn, Schubert, Beethoven en Brahms. Vioolsoliste was de 16 jarige zeer talentvolle Martine van Stigt Thans en Steven Faber speelde wederom de sterren van de hemel op een Erardpiano.

Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe Zwolse theater “De Spiegel” vond in oktober de première plaats van het ballet “Evening songs” van Jiri Kylián, gedanst door het Introdans Ensemble voor de Jeugd en live begeleid door het Overijssels Kamerkoor met 4 liederen van Dvorák. In december werd het koor nogmaals uitgenodigd door Introdans, deze keer om de 4 kerstgala’s in Arnhem en Apeldoorn op te luisteren met hetzelfde programma.

Ook meer dan zestig jaar na de bevrijding is stilstaan bij wat toen in die duistere oorlogsjaren gebeurde, meer dan nodig en zinnig. Immers: dat het verleden telkens opnieuw actueel kan worden blijkt dagelijks uit onze kranten, en we zien meer Auschwitz dan we wel willen toegeven.
Veel mensen gaven hun leven in de hoop dat er na hun offer een betere wereld zou ontstaan, maar hun hoop, onze hoop wordt dagelijks verkracht en aan flarden geschoten. Stilstaan bij de miljoenen doden kunnen wij in vrijheid en we doen dat in het besef dat we in een vrij land leven.
Op dit bijzondere concert van 4 mei 2007 in het kader van de jaarlijkse dodenherdenking voerde het Overijssels Kamerkoor werk van vier componisten uit: de uit Estland afkomstige Arvo Pärt en landgenoten Marius Flothuis , Tera de Marez Oyens en Boudewijn Tarenskeen.

Februari 2008 nam het Overijssels Kamerkoor het publiek mee In de natuur van Bohemen, Moravië en Slowakije. Prachtige composities van Dvorak, Janácek, Martinu in de oorspronkelijke taal gezongen. Dat laatste koste wel de nodige inspanningen maar het resultaat was er dan ook naar. Vooral de Kacena Divoká (Wilde eend) maakte indruk. Na afloop een wijnproeverij met Slowaakse wijnen.

Midzomernacht is het moment waarop de zon haar meest noordelijke punt op het noordelijk halfrond bereikt. Vanouds wordt deze zonnewende gevierd. Reden voor het Overijssels Kamerkoor in samenwerking met restarant De Librije om op 21 juni 2008 tussen 23.00-24.00 uur een openluchtconcert te organiseren op het plaatsje tussen de Librije, het conservatorium en de Broerenkerk. Op het programma Franse en Slowaakse werken over de liefde. Liefde variërend van herderinnetjes die vrolijk dansen in de weide tot de meer zinnelijke aspecten ervan. De recensent van De Stentor schreef dat dit initiatief smaakt naar meer en hoopt op een jaarlijks terugkerende traditie.

In november 2009 bestond het Overijssels Kamerkoor 50 jaar. Dit jubileum werd gevierd met een spectaculaire voorstelling “Where are now the birds?” in de Broerenkerk. Deze voorstelling maakte grote indruk bij het publiek en kreeg zeer lovende kritieken in de pers.
Een theatraal programma met muziek uit het Duitsland tussen de Wereldoorlogen. Teksten van Bertolt Brecht en koormuziek van Kurt Weill en Eisler maar ook van Ernst Toch, allen, door het Hitler regime bestempeld als, “Entartete Künstler”. Alle drie musici die begonnen als “serieuze” componisten in de Duitse traditie maar door dreigend oorlogsgeweld en letterlijk zich geplaatst wetend op een zwarte lijst hun leven niet meer zeker. Brecht werd in 1928 op deze lijst gezet n.a.v. zijn gedicht “Die Legende vom toten Soldaten”.
Daarom een programma met muziek die in haar tijd zeer veel te vertellen had, mensen probeerde een spiegel voor te houden, te waarschuwen voor wat misschien komen gaat, en kwam. Een programma dat ook in deze tijd, waarin niet mis te verstane dingen geroepen worden, belangrijk is om uit te voeren. Dit geheel werd omlijst met nog meer prachtige koorwerken van Purcell, Brahms , Stanford, Schütz en Whitacre.

Een bijzonder optreden was het nieuwjaarsconcert in op 5 januari 2014 in een uitverkochte Rabozaal van De Spiegel in Zwolle, op uitnodiging van Lions Zwolle. Een aantal werken uit eerdere repertoires (van Andriessen, Elgar, Whitare en Lauridsen) werd aangevuld met nieuwe werken van Ola Gjeilo (begeleid door Niek Kleinjan op pauken), Arvo Pärt en het Hodie Christus natus est van Sweelinck, begeleid door strijkkwartet Amarens, aangevuld met een contrabas, 2 hobo’s en een fagot. De regie (inclusief decor en kledingadvies) werd verzorgd door Irene Kriek. Het concert werd niet alleen royaal gesponsord door Lions Zwolle, maar er werd na afloop van het concert ook nog eens een cultuurcheque uitgereikt aan het koor. Als tegenprestatie hiervoor werd op 17 mei 2014 een concert gegeven in de Herz Jesu Kirche in Köln, in het kader van het 55-jarig bestaan van het OKK. Hiervoor werd samenwerking gezocht met het Keuls Kamerkoor Constant, o.l.v. Harald Jers.

Daarna volgde een kerstprogramma, Lux Beatissima, uitgevoerd in de Onze Lieve Vrouwe Basiliek in Zwolle en in Balkbrug, met werken van Howard Helvey (1968), Andrew Smith, Olla Gjeillo, Eric Whitacre en A.V. Diestro, Nystedt, Arvo Pärt en William Hawley. Aan deze concerten werd meegewerkt door Paula Hopster (piano) en Esther de Boer (cello).

In het voorjaarsprogramma van 2015 werd onder de titel “Let us garlands bring” een ode gebracht aan de Engelse schrijvers Shakespeare en Poe, met een toegankelijk palet van voornamelijk 20-eeuwse componisten: Ziolkowski, Harris, Hamilton, Rutter, Wood, Lindberg, Scroggins, Shearing en Diemer. De concerten werden uitgevoerd in de Doopsgezinde Kerk in Zwolle en in de Hervormde kerk in Midsland op Terschelling. Een derde optreden vond plaats in de Engelse kerk op het Begijnhof in Amsterdam.

Het kerstconcert 2015, met de titel “Een wolk schuift voor de maan” vond wederom plaats in de Onze Lieve Vrouwe Basiliek in Zwolle. Het gevarieerde programma bestond uit modernere werken van Gorecki, Bairstow, Busto, Tormis en Pärt, terwijl er in het middendeel oudere muziek klonk van Byrd en De Victoria, alsmede een gregoriaans Magnum Mysterium