Over de dirigent

Eugène als dirigent

Hoe is het om Eugène te hebben als dirigent, vroegen ze mij. Kun jij daar iets over schrijven voor op de website? Ja hoor, was mijn bijna automatische antwoord; moet toch lukken als je elf jaar lang bijna elke donderdagavond ruim twee uur met/onder/bij hem zingt en hem al die tijd zit aan te kijken? Dan leer je iemand wel kennen toch? Maar het valt toch nog niet mee de kern van zijn dirigentschap te beschrijven, waarom het een goede dirigent is, en wat maakt dat het fijn zingen is bij het OKK.

Eugene_site

Eén ding is zeker: als Eugène je dirigent is, verveel je je nooit wat betreft de muziek die je zingt! Elk programma heeft namelijk naast ‘gewone’ lekker-weg-zing-muziek ook altijd wel een uitdaging in zich. Het kan de taal zijn; Lets of Tjechisch waarin je geen enkel woord herkent en klanken onuitsprekelijk zijn.

Of het is de bedoeling dat je niet zingt maar fluit als een vogel en te horen krijgt; zoek op YouTube naar vogelgeluiden, kies er een uit die bij jou past, en oefen dat. Of je zingt wel maar improviseert je eigen wijs, maar zó dat de 28 melodietjes op een of andere manier toch weer samen harmoniëren. Het kan ook zijn dat je niet alleen zingt maar het stuk ook uitbeeldt, waardoor je jezelf tot je eigen verrassing terugvindt achter een heuse grimetafel, waar je vakkundig omgetoverd wordt tot een onderwereldgeest die Orfeo gaat toezingen.

En wat te denken van een optreden in het muziektheater in Amsterdam, met als eregasten koningin Beatrix, Han Ebbelaar en Alexandra Radius, en Joop van den Ende. We zongen in een hoek van het immense podium vier liederen van Dvorzák, terwijl dansers van Introdans op onze muziek de sterren van de hemel dansten op een choreografie van Jiri Kilian. Ergens ver weg tussen de coulissen stond Eugène met grote gebaren te dirigeren, met een stopwatch vlak voor zijn neus. Elke tempoverandering zou immers direct (lastige) gevolgen hebben voor de dansers.

Vaak wat nieuws onder de zon dus. Uitdagend en erg leuk, maar soms ook vermoeiend, en op donderdagavonden wordt er dan ook wel eens gezucht en geploeterd. Hoezo, de klank van een klok nabootsen in de Five Hebrew Love Songs van Eric Withacre. En inzetten die je nergens vandaan kunt halen. Eugène blijft echter onvermoeibaar stimulerend en enthousiast. Hij weet een veilige sfeer te scheppen, nooit zal hij iemand persoonlijk aanspreken of corrigeren. Uitglijders worden met begrip en een knipoog ontvangen. Ook straalt hij uit dat we het sámen doen, hij en wij als koor, en hij heeft het dus consequent over “wij zakken wat”, of “we zingen nog wat angstig”. Geen dirigent die technische perfectie eist en nastreeft, wel een die samen muziek wil maken. Met zijn gedrevenheid en deskundigheid en ervaring neemt hij ons mee op mooie muzikale reizen. Hij gelooft in de muziek en geeft ons vertrouwen dat het goed komt.

En dat is ook zo. Tijdens uitvoeringen voel je de energie stromen, tussen hem en het publiek,
tussen hem en ons als koor. Expressief en een en al muziek dirigeert hij ons het programma
door, en je krijgt alleen bemoedigende blikken. Er zullen zeker foutjes in zitten, maar muziek
wordt er gemaakt! En daar gaat het tenslotte om.

Kortom, het zingt lekker bij het OKK en bij Eugène. Kom erbij zou ik zeggen!
Janet Davids-Taen, maart 2013